JM september 2008
“Onze kinderen zijn geen proefkonijn. Niet bewust in ieder geval.”
De onderzoeken naar de risico’s van mobiel bellen kunnen tot op heden niet voor 100% garanderen dat mobiel bellen veilig is. Daarom vindt een groeiend aantal wetenschappers dat er voorzorgmaatregelen genomen zouden moeten worden – zeker als het om kinderen gaat.
‘Verontrustende Belgische studie naar gsm-straling’ kopt de Volkskrant in juni van dit jaar. Het artikel verwijst naar een onderzoek waaruit blijkt dat ratten die intensief zijn blootgesteld aan gsm- antenne- en wifistraling, een dubbel zo hoog sterftecijfer hebben als ratten die niet met deze straling worden geconfronteerd. Dirk Adang, die op dit onderwerp promoveerde aan de Katholieke Universiteit van Leuven, sneed zeventien ratten uit de eerste groep open om te kijken waar ze aan waren gestorven. Zestien van hen bleken overleden te zijn aan een tumor. Volgens het persbericht is dit onderzoek van belang voor de mens omdat ons genetisch erfgoed voor 90% overeenkomt met dat van de rat. Zorgelijk?
Het officiële standpunt van de Nederlandse overheid is : nee, dat is niet zorgelijk. Tot op heden is het niet wetenschappelijk aangetoond dat mobiel bellen de kans op een hersentumor vergroot. Althans, niet op korte termijn. Of dat op de lange termijn wel het geval is, hangt af van de officiële uitkomsten van de zogenaamde ‘Interphonestudie’ die werd uitgevoerd door de International Agency for Research on Cancer (IARC) – onderdeel van de Wereldgezondheidorganisatie (WHO). Voor dit onderzoek werd in dertien westerse landen, acht jaar lang gekeken naar de effecten van mobiel bellen op de gezondheid van de mens.
Officieel hadden die resultaten al meer dan een jaar bekend moeten zijn. Maar – en dit is een pikant detail – er is ruzie in de tent. Zo zeer, dat het hoofd van het project, Elisabeth Cardis, in een spanningsveld haar functie heeft neergelegd. Waarom? Omdat zij de uitkomsten van het onderzoek verontrustender vindt dat haar financiers: de mobiele telefoon industrie. Hoe zit dat?
Uit het onderzoek zou je kunnen opmaken dat er een licht verhoogde kans is op het ontstaan van een bepaald soort hersentumor. Maar:
- Volgens de ene groep mag je deze conclusie toch niet trekken. Zij denken dat dit resultaat volledig is toe te schrijven aan een fout in de manier waarop het onderzoek is uitgevoerd. Zo is mensen met een hersentumor gevraagd aan welke kant zij hun telefoon houden als zij mobiel bellen. De critici zeggen dan dat dit de resultaten onjuist kan beïnvloeden omdat mensen met een hersentumor niet altijd rationeel zullen antwoorden. Zo zouden sommige patiënten misschien wel onterecht de verkeerde belkant noemen – de kant waar de tumor zit – om zo achteraf hun tumor de kunnen verklaren. Critici brengen daar weer tegen in dat er omgekeerd ook mensen zouden kunnen zijn die liever ontkénnen dat ze zelf medeschuldig zijn aan hun ziekte. Zij noemen dan óók de verkeerde bel-kant maar dan de kant waar de tumor níet zit. Hoe het ook zij, dit soort effecten kunnen de resultaten vertroebelen.
- Volgens de andere groep is het gevonden resultaat het eerste voorzichtige bewijs dat er wel degelijk aanwijzingen komen voor een verhoogd risico op het ontstaan van een hersentumor, ook al gaat hier wellicht nog 10 tot 20 jaar overheen. Zij vinden dan ook dat overheden nú voorzorgsmaatregelen moeten gaan nemen.
De vraag is natuurlijk: wat moet je hier mee?
Niks doen
De Nederlandse neurochirurg Rick Schuurman is heel stellig. Volgens hem wijzen de resultaten tot nu toe op geen enkel gevaar voor de volksgezondheid en kun je gewoon lekker doorgaan met bellen – ook de kinderen. “Maar daar zal ik mensen die anders willen geloven nooit van kunnen overtuigen”, zegt Schuurman. “Want deze zogenaamde ‘believers’ zullen net zo lang door gaan tot ze iets vinden wat maar enigszins hun gelijk zou kunnen bewijzen.” En die Belgische studie met die ratten dan? “Daar staan weer andere rattenstudies tegenover die niet op een verhoogd risico wijzen.” Schuurman vindt dat je erg moet oppassen met het zaaien van paniek. “Ik zou het veel enger vinden als mijn dochters op paardrijden willen. Daar heb ik écht ellende van gezien.”
Eric van Rongen, stralingsdeskundige van de Nederlandse Gezondheidraad vindt voorzorgsmaatregelen ook niet nodig. “Nee, mobiele telefonie is niet de nieuwe asbest.” En “nee, onze kinderen zijn geen proefkonijnen. Niet bewust in ieder geval. Ze kunnen gewoon blijven bellen met hun mobiel” Ook de hele jonge kinderen? “Ja, vanaf twee jaar is er geen verhoogd risico. Dan is de schedeldikte min of meer hetzelfde als die van een volwassene.” En is het niet raar dat het onderzoek naar de risico’s van mobiel bellen zwaar worden gesponsord door de mobiele telefoonindustrie? “Ik ken de onderzoekers. Dat zijn betrouwbare mensen. En trouwens, al zou het onderzoek worden gesponsord door de overheid, dan heb je nog steeds geen neutraal onderzoek. De mobiele industrie is voor de overheid namelijk ook een belangrijke economische factor.”
Voorzorgsmaatregelen
Elisabeth Cardis, die het omstreden Interphone-onderzoek leidde namens het IARC, neemt zoals gezegd, de gevonden resultaten minder licht op. Begin augustus liet zij in een interview in de Franse krant ‘Le Monde’ weten dat zij een voorstander is van het gebruik van een ‘headset’. Verder vindt zij dat kinderen, in ieder geval tot 12 jaar, uit voorzorg geen mobiele telefoon zouden moeten gebruiken.
Cardis is niet de enige die dit soort uitspraken doet. Onder leiding van de Frans/Amerikaanse neurowetenschapper en publicist professor David Servan-Schreiber, tekenden twintig vooraanstaande wetenschappers – het merendeel kankerspecialisten en epidemiologen – een verklaring waarin zij oproepen heel voorzichtig om te gaan met mobiele telefoons, zeker als het om kinderen gaat. Onder deze groep wetenschappers bevindt zich de Rotterdamse hoogleraar kankersurveillance, professor Jan Willem Coebergh. Hij legt uit waarom: “Ik heb gereageerd op deze oproep van professor Servan Schreiber omdat er voorzichtige, niet onomstotelijke aanwijzingen zijn – onder ander uit proefdieronderzoeken – dat het veelvuldig gebruik van een mobiele telefoon, op termijn tot een verhoogde kans op een – goedaardige, maar later vaak kwaadaardige– hersentumor kan leiden. De bewijzen hiervoor zijn verre van hard- er is beslist iets af te dingen op het onderzoek dat wijst op die verhoogde risico’s – maar ik vind dat je, zeker met hersenen van kinderen, niet voorzichtig genoeg kan zijn. Het staat namelijk vast dat laag-energetische straling -zoals die van een mobiele telefoon – wel degelijk doordringt in het brein dat bij kinderen en adolescenten nog volop in ontwikkeling is”
Ook het ‘Wetenschappelijk comité voor nieuwe gezondheidsrisico’s van de EU’ spreekt haar zorgen uit. Zij geeft aan meer onderzoek te willen doen naar de stralingsrisico’s van mobiele telefoons voor kinderen omdat ‘Kinderen en adolescenten kwetsbaarder kunnen zijn voor blootstelling aan radiofrequentievelden dan volwassenen en dat de cumulatieve blootstelling bij kinderen van nu veel hoger is dan bij vorige generaties.’
Belgen nemen actie
Hoe het ook zij, de twijfel die er bestaat over de risico’s van mobiel bellen, heeft de Belgische overheid er in ieder geval toe aangezet voorzorgsmaatregelen te treffen – of, zoals de ‘non-believers’ het zeggen: ‘zich vast in te dekken tegen eventuele claims’. Zij maakten een degelijke folder – ‘Elektromagnetische velden en gezondheid’ – waarin de minister van Volksgezondheid in een voorwoord uitlegt hoe moeilijk het is om met dit onderwerp om te gaan. Zij wijst op de complexiteit van het onderzoek, de onzekere factoren en een gebrek aan overeenstemming tussen de wetenschappers over een aantal lastig te interpreteren bevindingen. ‘Maar’, zo staat verderop in de folder, ‘op basis van de huidige wetenschappelijke kennis kunnen gezondheidrisico’s bij langdurig en veelvuldig gebruik van de gsm niet helemaal uitgesloten worden. Op advies van de Belgische Hoge Gezondheidraad wordt burgers, in het bijzonder kinderen en adolescenten daarom aangeraden om blootstelling aan straling van een gsm te beperken’. (zie kader)
KADER 1
10 adviezen om de straling van gsm’s te vermijden
1. Laat kinderen jongen dan 12 jaar geen gsm gebruiken, behalve in noodgevallen. Hun organen zijn nog in volle ontwikkeling en zijn gevoeliger voor elektromagnetische golven.
2. Houd uw gsm bij het bellen minstens een meter van uw lichaam verwijderd (de amplitude van het veld daalt met factor 4 op 10 cm afstand en met factor 50 op een meter afstand). Stel uw gsm daarom op een grotere geluidsterkte in, gebruik de kit voor handenvrij bellen of het Bluetooth oortje (houd het overdag dan niet permanent in uw oor).
3. Houd minstens een meter afstand van iemand die aan het bellen is en probeer uw gsm niet te gebruiken in plaatsen zoals de metro, de trein of de bus. Zo stelt u de mensen rondom u niet bloot aan de stralen.
4. Draag uw gsm nooit op uw lichaam, ook niet overdag, en laat hem ’s nachts niet naast u liggen.
5. Als u uw gsm toch op het lichaam moet dragen, zorg er dan voor dat het ‘toetsenbord’ met de voorkant tegen uw lichaam aan zit en houd de kant met de antenne (de maximale kracht van het veld) van uw lichaam weg.
6. Houd het gesprek zo kort mogelijk, hooguit enkele minuten (de biologische effecten zijn rechtstreeks gelieerd aan de duur van de blootstelling) en probeer het gesprek met een vaste telefoon met draad voort te zetten. Vermijd zo veel mogelijk een ‘gewone telefoon’ zónder draad. De technologie ervan is immers verwant met die van de gsm’s.
7. Wissel bij het telefoneren regelmatig van kant en wacht tot uw correspondent opneemt om het toestel naar uw oor te brengen.
8. Gebruik uw gsm beter niet als het signaal zwak is of als u zich snel verplaatst met een auto of trein.
9. Sms liever dan te bellen, zo bent u minder lang aan de straling blootgesteld en bevindt uw gsm zich minder lang in de buurt van uw lichaam.
10. Kies een toestel met een zo laag mogelijke SAR (specific absorption rate – de sterke van de door het lichaam opgenomen elektromagnetische energie). Zie www. mobilelabelling.com
KADER 2
Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid komt nog met de volgende tips voor ouders
- Leg uw kind uit dat een gsm gebruik maakt van radiogolven en vertel hen hoe ze op een verstandige manier met hun toestel kunnen omspringen
- Wilt u vermijden dat uw kinderen te veel en te vaak bellen, dan is het handig om ze een abonnement te geven met een beperkte lijst van bereikbare nummers
- Beperk uw eigen gsm-gebruik