JM januari 2010
De vier-jarige ‘jongste kleuter’ Tom is verliefd op de stoere zes-jarige ‘oudste kleuter’ Jacob. Daarom maakt hij een mooie tekening voor hem. Later gaat hij met Jacob trouwen. De tien-jarige Maartje heeft verkering mat de elf-jarige Balder. Tegen zijn vrienden zegt Balder stoer dat hij Maartje echt een keer mee gaat nemen naar de film. Zijn vrienden moeten hier erg om lachen. In Urk wordt een vijftienjarige jongen verdacht van de moord op zijn voormalige vriend. Vermoedelijk omdat ze allebei verliefd waren op hetzelfde meisje. Een ‘crime passionnel’ zou je dus kunnen zeggen – al klinkt dit haast te romantisch voor deze koelbloedige moord.
Verliefd zijn is heftig. Je wordt er blij, genereus en ondernemend van. Maar ook somber, verdrietig of ronduit gestoord. Wat zit daar achter? Hoe kun je hier als ouder mee omgaan? En hoe zit het met jonge kinderen? Kunnen die ook aan dit soort heftige emoties ten prooi vallen?
Verliefdheid is een verslaving
Het gelukkige gevoel dat gepaard gaat met verliefdheid en de ellende die je voelt als die liefde niet wordt beantwoord, heeft allemaal te maken met een stofje dat er voor zorgt dat je plezier kunt ervaren en je gelukkig kunnen voelen: dopamine. Iemand die verliefd is, maakt veel van deze stof aan. Die voelt zich dus heel gelukkig. Maar geluk is verslavend – je hebt er steeds meer van nodig om je gelukkig te blijven voelen. Er moet dus nóg meer dopamine worden aangemaakt. Dat is de drijvende kracht achter verliefd zijn. Je wilt steeds meer en steeds vaker in de buurt zijn van degenen waar je verliefd op bent want dan blijven je hersens die dopamine aanmaken. Het is een soort obsessie. Het gaat dan ook gepaard met dezelfde verschijnselen: een daling van het serotonineniveau. Nou is serotonine een stofje dat een kalmerende werking heeft. Met andere woorden; als je verliefd bent wordt je minder gekalmeerd. Je blijft als het ware wat onrustig en onzeker. En dat houdt de obsessie in stand. Net zolang tot het gaat vervelen – meestal na één of twee jaar.
Natuurlijk gaat er aan dit chemische verhaal eerst iets vooraf. Iemand diep in de ogen kijken bijvoorbeeld. Doe je dat tien seconde lang met een willekeurig persoon, dan ontstaan er bij beide partijen al iets van romantische gevoelens. Maar dat is natuurlijk niet genoeg om echt verliefd te worden. Want of dat gebeurt heeft ook te maken met de mate waarin iemand aan jouw ideaalbeeld voldoet én – en dit is zeker zo belangrijk – de mate waarin jij inschat dat jij een kans maakt bij die persoon. Dat zit hem vaak in kleine dingen: of iemand teruglacht bijvoorbeeld. Met dit soort inschattingen bouwen je hersens een buffer in tegen afwijzing.
Maar er zijn meer factoren die de kans op verliefdheid doen vergroten. Zo is het helemaal niet verwonderlijk dat de eerste grote verliefdheden vaak op vakantie in het buitenland ontstaan. Want los van de ontspannen vakantiesfeer, zorgt de vreemde omgeving er ook weer voor dat je meer behoefte hebt aan houvast. Iets vergelijkbaars zie je als mensen samen iets heftigs meemaken. Die worden – deels weer door die behoefte aan houvast – ook makkelijker verliefd. Maar wat in dit soort heftige situaties ook meespeelt is het feit dat angst een stofje in het lichaam opwekt dat erg op dopamine lijkt. Je hebt daardoor snel de neiging om te denken dat je verliefd bent. Zo wordt het lichaam een beetje voor de gek gehouden.
Ben je al een klein beetje verliefd en wil je dit sprankje in korte tijd opzwepen tot grote hoogten dan moet je met iemand vrijen. Dat werkt als een soort snelkookpan. Risico is wel dat je op die manier ook heel erg snel kan afknappen.
Verliefde pubers
Verliefdheid is een zeer stormachtig proces. Zeker in de puberteit en helemaal als het de eerste keer is. Volgens Mark Mieras, schrijver van het boek ‘Ben ik dat?’ en nu bezig aan een boek over liefde, is de eerste echte liefde dan ook een hele heftige ervaring. ‘Op het moment dat bij kinderen de geslachtshormonen zich ontwikkelen of net ontwikkeld zijn, zijn ze hyper gevoelig voor dopamine. Ze krijgen dus een enorme kick van het verliefd zijn. Gaat het mis dan komt daar nog weer een hele heftige ervaring bovenop. Vooral omdat ze op die leeftijd nog niet goed weten dat dit vreselijke verdriet op een gegeven moment wel over gaat – meestal na zes weken. Dat overzicht hebben ze nog niet.’
Aan ouders de schone taak om dit heftige proces – voor zo ver mogelijk – in goede banen te leiden. Mark Mieras: ‘Probeer je kinderen een goede ‘mindset’ mee te geven. Werk aan hun overtuigingen. Ik ken bijvoorbeeld een moeder die tegen haar kinderen zegt: “als je met iemand naar bed gaat, zorg dan in ieder geval dat je met elkaar ontbijt”. Daarmee zegt ze indirect natuurlijk dat het wel handig is om iemand iets beter te leren kennen voor je er mee in bed duikt.’ Mieras zegt dit niet met een moralistische ondertoon. Hij wijst er op dat het verliefd zijn zó’n heftig gebeuren is, dat je de verschillende fasen beter stap voor stap kunt nemen. Zeker als het om een eerste grote verliefdheid gaat. Door seks versnel je het verliefdheidsproces en sla je al snel stappen over. Je raakt daardoor totaal overdonderd door al die dopamine die vrijkomt. Als het dan misgaat dan komt die klap wel heel hard aan.
Het goede voorbeeld
Wat minstens zo belangrijk is als praten over verliefdheid en alles dat daar bij komt kijken, is het goede voorbeeld geven. Want leuk of niet, kinderen hebben bij verliefdheid bijna altijd de neiging om zich te spiegelen aan hun ouders. Wil je hun lot een zetje in de goede richting geven, schroom dan niet om elkaar eens aan te halen of een zoen te geven waar iedereen bij is. Kortom, laat zien dat jullie het leuk hebben samen. Overigens geldt dit ook voor het contact met je kinderen zelf. Onderzoek toont aan dat als je ze regelmatig op een liefdevolle manier aanhaalt, ze beter weten wat ze fijn en niet fijn vinden. Bovendien is hun honger naar fysiek contact minder obsessief. Hierdoor gaan ze minder snel over hun eigen grenzen heen en duiken ze minder overhaast in een relatie.
Verliefd op de basisschool
Dat bij jongere kinderen de geslachtshormonen nog niet zo’n grote rol spelen bij het verliefd zijn wil nog niet zeggen dat hun verliefdheden nog niets voorstellen. In het boek ‘Kleine mensen grote gevoelens’ schrijft de seksuoloog Sandrijn van der Doef : ‘voor basisschoolkinderen is verliefdheid en verkering hebben net zo heftig als voor volwassenen’. Zo kan een kind van acht bijvoorbeeld heel verlegen worden over zijn verliefdheid omdat het dit gevoel al duidelijk kan onderscheiden van vriendschap. Groot verschil met volwassenen en jong volwassenen is alleen de manier waarop kinderen met die verliefdheid omgaan. Zij willen in de meeste gevallen helemaal geen lichamelijk contact.
Verliefdheid op jongere leeftijd is daarom meer te beschrijven als een heel speciaal gevoel. “Je vindt die ander de liefste van de wereld en eigenlijk wil je steeds maar in zijn buurt zijn’, legt van der Doef de kinderen uit in haar boek ‘Ben jij ook op mij’. Ook benadrukt ze hoe blij je je voelt als die persoon aardig tegen je doet. Daar staat natuurlijk weer tegenover dat kinderen zich, net als pubers en volwassenen, heel zenuwachtig kunnen voelen als ze niet zeker zijn of de ander hen ook wel zo leuk vindt. En ze kunnen net zo ongelukkig zijn als ze horen dat de ander niet op hen verliefd is.
Mieras vergelijkt kinderverliefdheid met een soort passie zoals je die ook kunt hebben voor voetbal of muziek. Vaak ontstaat de verliefdheid uit een soort gevoel van bewondering. Het zegt dan ook niets over kinderen hun seksuele geaardheid als zij op deze leeftijd verliefd worden op iemand van hetzelfde geslacht of op iemand die veel ouder is. ‘Ik was zelf als kind bijvoorbeeld verliefd op een vriend van mijn vader’, zegt Mieras. ‘Die man was journalist. Dat vond ik zo intrigerend. En nu ben ik zelf journalist.’
Meer lezen:
‘Ben ik dat?’ Wat hersenonderzoek vertelt over onszelf
Auteur: Mark Mieras
Uitgeverij Nw A’dam
In april verschijnt bij dezelfde uitgever Mieras’ nieuwste boek: ‘Liefde’ Wat hersenonderzoek onthult over de klik, de kus en al het andere.
VERLIEFDHEID PER LEEFTIJDSFASE
Met medewerking van Hanneke de Graaf, onderzoeker bij de Rutgers Nissogroep
4, 5, 6 jaar
Of kleuters daadwerkelijk verliefd zijn is moeilijk te onderzoeken. Wel denkt 42% van de kleutermoeders dat haar zoon of dochter wel eens verliefd is geweest. De verliefdheid uit zich dan meestal in een sterk gevoel van genegenheid. Ze vinden iemand echt heel erg aardig en willen graag bij hem of haar in de buurt zijn. Ze worden dan ook heel blij als ze met hun verliefde kunnen spelen en weer verdrietig als die weg is. Op deze leeftijd zijn kinderen lang niet altijd verliefd op een leeftijdgenoot van dezelfde sekse. Verbaas je dus niet als ze zeggen dat ze op de juf, op hun vader of moeder of op hun beste vriend of vriendin zijn. Ook is er bij kleuters nog nauwelijks sprake van lichamelijke intimiteit. Knuffelen, elkaars hand vast houden of elkaar zoentjes geven is er dan ook meestal niet bij. Gebeurt dit wel dan is dat vaak omdat ze hier toe worden aangemoedigd door de omgeving.
7, 8, 9 jaar
In deze fase omschrijven ouders de verliefdheid van hun kinderen als ‘echt verliefd’.In tegenstelling tot bij de kleuters is dit nu vaak wel op iemand van het andere geslacht. Vraag je de kinderen naar wat ze voelen bij verliefdheid dan noemen ze kriebel in hun buik, blozen en een snel kloppend hart. Vraag je naar een omschrijving van verliefdheid dan zeggen ze: ‘je wilt de hele tijd bij iemand zijn en je vindt hem heel aardig’.
Op deze leeftijd zie je vaak dat jongens alleen met jongens spelen en meisjes alleen met meisjes. Dat leidt tot een bepaalde spanning tussen de seksen. Sommige kinderen zoeken deze spanning doelbewust op en proberen de afstand middels verkering te verkleinen. Meestal gaat deze verkering niet verder dan: ‘Wil je met mij gaan?’ en ‘Ja, ik ga met je.’ Ze doen dus nog niet veel samen.
10, 11, 12 jaar
De verliefdheid van kinderen van deze leeftijd verschilt niet veel van de 7,8 en 9 – jarigen. Het komt alleen iets vaker voor. Is er eenmaal verkering dan wordt er nog steeds zelden iets ondernomen met elkaar. Ook van enige intimiteit is nog geen sprake. Meestal beperkt het verkering hebben zich tot de status van het verkering hebben. Voor meisjes is dit vaak statusverhogend, voor een jongen hangt dit sterk af van hoe stoer hij is. Zo kan het hebben van verkering bij stoere jongens hun mannelijkheid versterken. Bij minder stoere jongens kan het een reden zijn om ze te pesten. Kortom, het ligt gevoelig op deze leeftijd.
13, 14, 15 jaar
Op 13-jarige leeftijd zegt 90% van de kinderen dat ze wel eens verliefd zijn geweest. Drie kwart van hen heeft ook al eens verkering gehad. Interessant is dat als ze 15 zijn, veel van hen de relatie die ze hadden op hun twaalfde en dertiende, niet meer als zodanig benoemen. Kennelijk heeft verkering op deze leeftijd een hele andere betekenis gekregen. Begrijpelijk, want vanaf een jaar of dertien wordt verliefdheid steeds vaker gekoppeld aan de behoefte om te zoenen en te vrijen.
In het begin van de puberteit worden kinderen vooral verliefd op populaire jongens of meisjes. Het karakter van de ander doet er op dat moment niet zo heel veel toe. Dit verandert naarmate kinderen ouder worden. Dan worden hun relaties ook op emotioneel vlak intiemer.
Genante vragen voor ouders
Mijn 14 jarige dochter heeft verkering. Hoe intiem zijn ze op deze leeftijd?
Dat verschilt natuurlijk per kind, maar er zijn wel wat gemiddelde cijfers:
Bij dertien en een half heeft de helft van de pubers al een keer gezoend
Bij vijftien en een half heeft de helft ‘gevoeld en gestreeld onder de kleren’
Bij zeventien en een half is de helft met elkaar naar bed geweest.
Mijn 13-jarige zoon heeft me verteld dat hij verkering heeft. Moet ik al over condooms beginnen?
Nee, je hoeft niet direct over condooms te beginnen. Je zou in eerste instantie kunnen zeggen dat je het leuk vindt dat hij je vertelt dat hij verkering heeft. Je kunt dan ook doorvragen om erachter te komen wat dit verkering hebben inhoudt voor je zoon. Gaat het om dingen samen doen, handje vasthouden, zoenen? Of gaat het al wat verder? Bijvoorbeeld strelen onder de kleren? Als je weet in welke fase je zoon verkeert, kun je de informatie die je geeft daarop afstemmen.
Onze 15 jarige zoon vroeg laatst of zijn vriendin mocht blijven slapen. Is dat nou wel zo’n goed idee?
Vijftien jaar is inderdaad best jong, maar de één heeft eerder een ‘serieuze’ relatie dan de ander en de ene vijftienjarige is de andere niet. Bovendien denkt iedereen daar anders over en is het dus aan de ouders zelf om in te schatten en te bepalen wanneer hun kind eraan toe is.
Het lastige is dat je het waarschijnlijk niet kunt tegenhouden als je kind het wil en jij nog niet. Ervoor zorgen dat je er open over praat en meegeeft hoe bijzonder een eerste keer is kan helpen. Hoe dan ook is het belangrijk op tijd goede voorlichting te geven over veilig vrijen e.d.. Natuurlijk blijft het je goed recht als ouder om het blijven slapen te verbieden. Probeer dit wel goed te onderbouwen en leg uit wanneer het wel zou mogen.
Mijn 17-jarige dochter is zo verliefd dat ze haar school totaal verwaarloost. Zodra ik hier iets van zeg, krijgen we slaande ruzie. Hoe ga ik hier mee om?
Blijf in gesprek!
Toon begrip voor de verliefdheid: ‘Natuurlijk is dat nu nummer 1 in je hoofd, dat begrijp ik ook heel goed. Natuurlijk lijkt de rest van de wereld nu onbelangrijk…’
En dan komt-ie: ‘Het probleem is alleen dat de dingen om je heen wel doorgaan en als je daar niet meer aan meedoet, dan kan dat wel eens voor problemen of veel gedoe zorgen waar ook jij achteraf helemaal niet blij mee bent.’
Het kan helpen om je dochter wat verantwoordelijkheid te geven. Bijvoorbeeld als volgt: ‘Ik ga je niet dwingen, smeken en steeds maar overtuigen. Ik ga ervan uit dat jij inmiddels zelf heel goed weet wat belangrijk is en je daar goede keuzes in maakt, ook al ben je zo verliefd. Dus ik hou op met je te overtuigen en verwacht dat jij zelf de boel oppakt qua school.’