Reformatorisch Dagblad maart 2009
‘Gevaar straling zit tussen de oren’ melden verschillende landelijk dagbladen naar aanleiding van het verschijnen van het laatste jaarbericht over elektromagnetische velden van de Gezondheidsraad. Het is een bondige samenvatting van de conclusie die zij trekken dat het vermoeden dat iemand is blootgesteld aan elektromagnetische velden leidt tot gezondheidsklachten.
De vraag is of het verstandig is om uitgerekend deze conclusie breed onder de aandacht te brengen. Het antwoord is ja, als je wilt dat iedere discussie over de mogelijke risico’s van de mobiele telefonie in de kiem gesmoord wordt. Maar mij baart het zorgen. Niet omdat het onomstotelijk is bewezen dat gsm-straling de gezondheid schaadt, maar wel omdat het publiek op deze manier op het verkeerde been wordt gezet. Het krijgt zo de indruk dat wetenschappers erover eens zijn dat er niets aan de hand is.
Maar er is wél iets aan de hand. Wetenschappers zijn er namelijk nog helemaal niet uit. Sterker nog, de meningsverschillen lopen hoog op. Zozeer dat we nu al twee jaar wachten op de conclusies van het internationale epidemiologisch onderzoek ‘Interphone’ waaruit zou moeten blijken of er nou wel of geen verband is tussen het gebruik van mobiele telefoons en bepaalde vormen van kanker. De coördinator van dit onderzoek, Elisabeth Cardis, vindt dit zo’n kwalijke zaak dat zij voor haar beurt sprak en ouders opriep hun kinderen in ieder geval op een zo verantwoord mogelijke manier met hun telefoon om te laten gaan ( zo min mogelijk bellen, headset gebruiken, en telefoon niet bij het lichaam dragen).
Los van deze waarschuwing is er ook nog het in 2007 verschenen BioInitiative-rapport. Hierin legden een aantal vooraanstaande internationale wetenschappers meer dan 1500 relevante onderzoeken naast elkaar en kwamen tot de conclusie dat we wel degelijk rekening moeten houden met de gezondheidsgevaren van gsm’s, UMTS-Wifi-Wimax-Bluetooth en draagbare telefoons met een vast basisstation (DECT-telefoons). En hoewel het Europees Parlement “diep onder de indruk” zegt te zijn van dit rapport, veegt de Gezondheidsraad het in een paar regels van tafel. Zij concludeert dat ‘het BioInitiative-rapport geen gebalanceerd en objectief beeld geeft van de huidige stand van de wetenschap en dat het geen aanleiding geeft om de gangbare opvattingen over de risico’s van blootstelling aan elektromagnetische velden te herzien.’
Opvallend is dat hier heel anders over wordt gedacht in de ons omringende landen – België, Italië, Oostenrijk, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg. Een aantal van deze landen heeft bijvoorbeeld zijn emissienormen mede op grond van dit rapport bijgesteld. Ook treffen zij uit voorzorg andere maatregelen: zij brengen folders uit waarin zij wijzen op de mogelijke risico’s van mobiel bellen – met name voor kinderen – of verplichten mobiele-telefoonproducenten de SAR-waarde (de mate waarin de gebruiker wordt blootgesteld aan elektromagnetische straling) van hun product op de verpakking te zetten. In Duitsland kunnen consumenten nu in één oogopslag zien wat zij kopen: rood is de hoogste SAR-waarde en dat loopt via oranje, geel en groen naar blauw: de allerlaagste waarde.
Ook de Europese verzekeraars nemen de waarschuwingen van het Bioinitiative-rapport en van de coördinatrice van de Interphonestudie serieus. Zo stelt het Europees parlement in een ontwerpwetgevingsresolutie van 23 februari jongstleden dat zij ‘buitengewoon bezorgd is over het feit dat verzekeringsmaatschappijen de dekking van risico’s die verband houden met elektromagnetische velden steeds vaker buiten de WA-polissen houden. Hieruit valt op te maken dat de Europese verzekeraars hun interpretatie van het voorzorgsprincipe reeds in de praktijk brengen.’
Ik vind het een kwalijke zaak dat de Nederlandse overheid dit voorzorgsprincipe niet in de praktijk brengt. En dat verwijt ik de Gezondheidsraad. In plaats van te adviseren om voorzichtig om te gaan met bronnen van elektromagnetische straling, stuurt zij een boodschap de wereld in dat (onbewust?) suggereert dat mensen die vraagtekens zetten bij de veiligheid paranoïde zijn. Gelukkig is Europa er nog, want als het aan de Gezondheidsraad ligt, staat het onderwerp stralingsrisico’s voorlopig niet op de agenda van de Tweede Kamer.