JM juni 2012
18 september 2027 Een schokkende gebeurtenis in de Amerikaanse staat New Jersey gisteren. Een vierjarig jongetje deelde op het kinderdagverblijf suikerlollies uit.
(…) Omdat de politie op het punt stond de 25-jarige John Sussman te betrappen op suikerbezit, besloot hij de lollies bij zijn zoontje in de tas te stoppen. Het kereltje deelde het vervolgens doodleuk met drie vriendjes op de kindercrèche.
Een medewerkster zag een meisje de suikerbom in haar mond steken. De vrouw vertrouwde het niet en belde de politie. Bij het doorzoeken van het jasje van de kleuter trof de politie nog meer lollies aan.
Bovenstaand persbericht ging oorspronkelijk niet over suiker, maar over cocaïne. Toch is het niet ondenkbeeldig dat we over vijftien of twintig jaar iets dergelijks te lezen gaan krijgen.
Dit jaar verschenen er twee opvallende boeken op het gebied van voeding en gezondheid. Opvallend in de zin dat ze niet werden geschreven door een diëtist, afslankgoeroe of andere alternatieveling, maar door mensen met een afgeronde studie in de geneeskunde. Opvallend ook omdat beide personen jonger zijn dan 30 jaar. En des te meer opvallend omdat beide boeken een heel vergelijkbare boodschap hebben: eet geen suiker! ‘Suikers (koolhydraten) zijn niet ongezond: ze zijn zeer ongezond’, schrijft de Vlaamse Kris Verburgh in zijn bestseller “De voedselzandloper”. ‘Suiker zorgt immers voor: 1. versnelde veroudering en 2. een verhoogde kans op kanker.’ ‘Suiker is gif’ schrijft de Nederlandse Richard de Leth in zijn boek “Oersterk”. ‘Suiker is even schadelijk als tabak en alcohol. Als suiker nu in onze voeding zou zijn geïntroduceerd dan zou het waarschijnlijk worden verboden door de gezondheidsbedreigende waarde’.
Beide schrijvers wijzen op het feit dat bij het regelmatig eten van een suikerrijke maaltijd, snoep of frisdrank, je lichaam in een soort disbalans terecht komt. Simpel gezegd komt het er op neer dat het je lichaam heel veel moeite kost om suiker te verwerken. Je alvleesklier moet overuren draaien omdat het steeds weer insuline moet aanmaken. Want zonder insuline kunnen de cellen niets met de suikers (die ze wel degelijk nodig hebben, maar slechts in zeer beperkte mate). Door de overbelasting van de alvleesklier gaat hij steeds meer insuline produceren, worden cellen steeds ongevoeliger voor insuline – ze kunnen de suiker minder goed opnemen – en gaat de alvleesklier op de lange termijn steeds minder goed werken. Uiteindelijk leidt dit tot diabetes.
‘Voedsel moet je lichaam voeden, maar veel suiker breekt het juist af’, zegt De Leth. ‘Het gaat ten koste van je eigen vitaminen en mineralen die we toch al te weinig binnen krijgen via onze voeding. Daarmee verzwak je je immuunsysteem. Bovendien bouwen kinderen, die sterk aan het groeien zijn, een minder sterk lijf op. Daar kunnen ze later klachten van krijgen.’ In hun boek komen beide schrijvers met een lange lijst van ellende die dit met zich meebrengt. Je wordt niet alleen sneller ziek, je krijgt op den duur ook sneller rimpels, stijvere bloedvaten een verhoogde bloeddruk, staar, schade aan de zenuwen, een mindere werking van de nieren, vervetting van de lever etc.
Ook wijzen zij erop dat suiker leidt tot de aanmaak van een soort groeihormoon: IGF . Dat stofje zorgt niet alleen voor een snellere veroudering maar verhoogt ook de kans op het ontstaan van kankercellen. En die kankercellen, die voeden zich weer met suiker. Hoera!
Niet snoepen is dus het devies. Maar de adviezen van beide auteurs gaan nog verder. Ze vinden niet alleen dat je snoep, frisdranken, yoghurtdrankjes en allerlei zoet broodbeleg veel vaker zou moeten laten staan, maar ook hele basale voedingsmiddelen zoals aardappels, brood, pasta en rijst (en zeker de witte varianten hiervan)– deze bevatten namelijk suikers maar dan in de vorm van zetmeel.
Dit advies – eet weinig tot geen aardappels, pasta en rijst -is opmerkelijk. Zij zetten zich daarmee lijnrecht af tegen adviezen van bijvoorbeeld het Nederlandse Voedingscentrum dat stelt dat een gemiddelde Nederlander per dag zo’n zes tot zeven boterhammen zou moeten eten en vier tot vijf opscheplepels pasta, rijst of aardappelen.
‘Ik begrijp dat mensen schrikken van dit advies’, zegt Verburgh. ‘Aardappels zijn ons basisvoedsel. Dat wij denken dat dat gezond is komt omdat wij ons indirect veel te veel laten adviseren door lobbyclubs van de landbouwindustrie. Maar we zouden juist moeten luisteren naar échte experts zoals Walter Willet ( Harvard) of Cynthia Kenyon ( Universiteit van Californie) die op grond van zeer gedegen onderzoek stellen dat de voedselpiramides of voedselschijven die in de meeste westerse landen worden gebruikt, sterk achterhaald zijn. In de nieuwe voedselpiramide van de Universiteit Harvard – die formeel niet is overgenomen door de Amerikaanse staat – zijn wit brood, pasta en aardappels al verbannen naar het hoekje van de frisdranken en taartjes. Het zijn producten die je heel weinig zou moeten eten. En dat advies geldt niet alleen voor volwassenen. Het geldt ook voor kinderen en sporters.’
De Leth heeft het in zijn boek óók over de invloed van lobbyorganisaties. Fijntjes wijst hij er op dat de voornaamste adviseur van het Nederlandse Voedingscentrum, de Universiteit van Wageningen namelijk, voor haar onderzoek zeer sterk afhankelijk is van subsidies van tal van bedrijven en instanties zoals bijvoorbeeld Unilever, Heintz, LU, de Nedelandse Zuivelorganisatie, Smiths etc.
Waar dat toe kan leiden bleek recentelijk nog uit het conflict dat ontstond tussen Wageningse onderzoekers en de eerder genoemde Walter Willet. Deze professor uit Harvard vond dat de Wageningers véél te rooskleurige conclusies trokken uit hun gedane onderzoek naar de gezondheidseffecten van het drinken van melk.
En daarmee zijn we beland bij het volgende heilige huisje waar zowel Verburh als De Leth tegenaan schoppen: melk. In navolging van Willet – en in tegenstelling tot wat de Universiteit van Wageningen en het voedingscentrum beweren – zeggen ze allebei dat we ook deze drank zouden moeten laten staan en moeten vervangen door bijvoorbeeld gemberthee, witte thee, kruidenthee, vergeperst vruchtensap, groentesap en water.
Maar moeten kinderen dan geen melk drinken om sterke botten te krijgen? Hoe zit dat dan met de calcium? Volgens Verburgh blijkt uit heel veel onderzoek dat je voor sterke botten juist veel groente moet eten en géén melk moet drinken. Sterker nog: botontkalking komt in ‘Nederland- zuivelland’ het meeste voor. ‘Melk breekt het bot juist af’, schrijft De Leth. Verburgh: ‘Zuivelproducten verhogen onder meer de kans op : parkinson, osteoporose, prostaatkanker en ovariumkanker en ongezonde darmen’. Wat de zuivel betreft maakt hij een uitzondering voor kazen.
Waar beide schrijvers het hartgrondig over eens zijn is dat als we de gezondheidszorg ook voor onze kinderen nog een beetje betaalbaar willen houden, de medische wetenschap echt een ander straatje zal moeten gaan inslaan. We moeten onze energie gaan steken in het voorkomen van ziekte en niet, zoals Verburgh stelt, ‘in het herkennen van ziekten als het feitelijk al te laat is’. ‘Artsen zien het maken van een mammografie als een vorm van preventie’, zegt hij. ‘Maar dat is het niet. Je spoort een ziekte alleen iets eerder op. Artsen zouden moeten voorkomen dat iemand ziek wordt. Op de huidige opleiding is dit onderdeel helemaal onderbelicht. Tijdens onze zevenjarige opleiding geneeskunde in België krijg je hooguit een half uur iets over voeding te horen. En in Nederland is het niet veel beter.’ ‘Mensen realiseren zich niet dat aan een chronische ziekte vaak 30 jaar ongezond leven vooraf gaat’, zegt De Leth. ‘Als wij willen voorkomen dat deze generatie kinderen op jongere leeftijd sterft dan wij, of veel meer jaren chronisch ziek is, dan zullen we nu echt in actie moeten komen.’
Ze pleiten allebei voor meer en intelligentere voorlichting over voeding. Verburgh: ‘Artsen en andere voorlichtende instanties denken dat de meeste mensen te dom zijn om iets van voeding te snappen. En daarom praten ze als een oma tegen haar kleinkinderen: “eet meer groentjes”. Maar daar bereik je niks mee. Je moet mensen vertellen welke gezondheidswinst ze precies kunnen behalen als ze iedere dag een glaasje versgeperst vruchtensap drinken bijvoorbeeld: 76 procent minder kans op Alzheimer namelijk. Of wat de kansen zijn om kanker te ontwikkelen als ze veel suiker eten. Maar ook dat ze véél ouder kunnen worden als ze 25% minder zouden eten dan de aanbevolen hoeveelheid calorieën. ( zie kader 2)’
Zijn er ook positieve ontwikkelingen? ‘Jawel’, zegt Verburgh. ‘Mensen zijn zich iets meer bewust van het belang van beweging en ook in tijdschriften is er meer aandacht voor voeding.’ De Leth: ‘Er is wel een kentering gaande. Nu de kosten van de gezondheidszorg de pan uit reizen begint men zich steeds vaker te realiseren dat de weg die we nu zijn ingeslagen dood loopt. Dat is goed, want dat leidt weer tot nieuwe wegen.’
KADER 1
Tips voor iedereen die nu alvast wil weten wat het voedingscentrum over vijftien jaar waarschijnlijk zal gaan aanraden:
Verburgh komt met een voedselzandloper: producten waar je meer en waar je minder van moet eten. De Leth heeft het over nutriënten, die energie geven en antinutriënten, die energie roven. Hij stelt dat als je gezond bent, zo’n 75% van je voeding uit nutriënten zou moeten bestaan en maximaal 25 % uit antinutriënten. Beide schrijvers leggen wat verschillende accenten maar in grote lijnen komt het neer op het volgende:
- Drink groene thee, kruidenthee, veel water, versgeperst vruchtensap of groentesap, amandel-, rijste- of soja-melk en (niet te veel) koffie
- Vervang je broodmaaltijd zoveel mogelijke door: havermoutpap gemaakt van soja-, amandel- of rijstemelk, aangevuld met verse of gedroogde vruchten en eventueel wat noten en zaden ( walnoten en amandelen) of pure chocola.
- Eet veel verschillende soorten (biologische) groente en fruit, paddenstoelen en peulvruchten
- Eet biologisch vlees – het liefst niet al te vet ( geen varken, wel kip), niet te rood en niet al te veel, eet regelmatig (vette) vis, eieren, kaas
- Eet goede vetten: olijfolie, walnootolie, lijnzaadolie
- Gebruik veel kruiden ( oregano, peterselie, kurkuma (zit in kerrie), tijm, rozemarijn, basilicum, munt, marjolein).
- Gebruik slimme voedingssupplementen: vitamine d (50 microgram per dag), magnesium ( en dan geen magnesiumoxide want dat is slecht opneembaar – 300 a 600 mg per dag), een goede multivitamine (met B-complex), selenium ( max 100 microgram) en jodium (max 200 microgram er dag). Dit zijn bijna allemaal stoffen waarvan zelfs het Voedingscentrum zegt dat we er niet genoeg van binnenkrijgen, zelfs als je dagelijks helemaal volgens de ‘gezonde’ richtlijnen eet.
Vermijd:
- Frisdranken, drinkyoghurt, melk en niet-versgeperste sappen
- ‘Light’ producten (aspartaam)
- (Wit) brood, aardappels, witte pasta en witte rijst
- Snacks ( patat, pizza etc), koek en snoep
- Vet, niet-biologisch vlees ( varken)
- Margarine, maisolie, zonnebloemolie, transvetten
- Suiker
- Voor zover mogelijk: medicijnen ( altijd in overleg met een arts natuurlijk). Denk hierbij ook aan pijnstillers zoals paracetamol en ‘de pil’
Allebei de schrijvers hameren ook op het volgende:
Beweeg regelmatig en zorg dat je je stress binnen de perken houdt; meditatie is een goed hulpmiddel.
KADER 2
Echt oud worden door weinig eten
Als je echt heel oud zou willen worden zou je 25% minder dan de aanbevolen hoeveelheid calorieën moeten eten. Voor een vrouw komt dit neer op 1500 ipv 2000 calorieën. Je lichaam komt dan in een soort spaarstand terecht dat er uiteindelijk toe leidt dat je cellen beter onderhouden worden. Gezonde voeding is volgens Verburgh al een soort calorierestrictie omdat gezonde voeding van zichzelf weinig calorieën bevat (maar wel vitaminen, mineralen en flavonoiden), veel vezels waardoor je minder snel honger hebt en ook vaak stoffen bevat die er voor zorgen dat je metabolisme wat sneller gaat werken.
KADER 3
Discussie: wat geef je je kinderen mee naar school?
Verburgh vindt dat als je voor de lunch op school toch besluit brood mee te geven aan je kind, je het beste kunt kiezen voor volkoren brood – geen bruin brood en zeker geen wit. Dit vul je aan met groenten, peulvruchten ( denk ook aan humus bijvoorbeeld), pure chocolade, noten of fruit. Datzelfde geldt overigens ook voor het eten van pasta; als je het eet, kies dan de volkoren variant. Hij baseert zich daarbij voornamelijk op de voedselpiramide van Harvard die stelt dat volkorenproducten in beperkte mate gegeten kunnen worden.
De Leth gaat nog een stap verder en wijst in zijn boek op allerlei schadelijke stoffen – ‘antinutriënten’ – in brood en met name in volkorenbrood. Hij zegt dat als je per sé brood wilt eten je beter kunt kiezen voor twee dunne sneetjes wit brood die je vervolgens rijkelijk belegd met rauwkost, mager vlees of een goed gevulde salade, eventueel aangevuld met groentesap en fruit.
KADER 4
Meer lezen:
De genoemde boeken zijn veel te gedetailleerd om uitgebreid te behandelen. Wie precies wil weten hoe het zit en waar beide geneesheren hun verhaal op baseren doet er goed aan een van de boeken te lezen. Ze zijn beiden goed toegankelijk:
Kris Verburgh: ‘De voedselzandloper – over afvallen en langer jong blijven’
Uitgeverij Bert Bakker
Zie ook: www.voedselzandloper.com
Richard de Leth: ‘OERsterk – Gezond, fit en slank volgens de natuur: dé totaalaanpak naar optimale gezondheid en vitaliteit’
Uitgeverij De Leth
Zie ook: www.oersterk.nu