Vitamine D – veel belangrijker dan gedacht

JM september 2010

Je huid maakt het aan in de zon en het zit in vette vis en in boter: vitamine D. Niet alleen belangrijk voor sterke botten maar misschien ook wel een zwaargewicht in de strijd tegen een aanzienlijke rij welvaartsziekten waaronder kanker.

‘Neem ’s avonds voor het slapen gaan, een lepel Draisma levertraan’. Het moet een beruchte slogan geweest zijn in de jaren ’50 en ’60 – als je de verhalen moet geloven is levertraan echt om van over je nek te gaan.

Smerig of niet,  de commerciële boodschap van mijnheer Draisma was geen onzin. Levertraan bevat namelijk heel veel vitamine D. En de bewijzen stapelen zich op dat vitamine D nog véél belangrijker is voor kinderen én volwassenen dan tot nu toe werd gedacht. Werd tot zo’n vijf jaar geleden nog vooral gewezen op het belang er van voor sterke botten – denk aan de plaatjes van kinderen met kromme benen (rachitis)- , nu wordt een tekort aan vitamine D ook  in verband gebracht met het ontstaan van allerlei zeer spraakmakende ziektes:  kanker – met name borst-, darm- en eierstokkanker – , diabetes, auto-immuunziekten zoals Multiple Sclerose, depressie, hoge bloeddruk, miskramen maar ook griep.

De claims zijn niet kinderachtig. Enkele getallen:

  • Als jonge meisjes tussen de  10 en 19 jaar genoeg vitamine D binnen zouden krijgen  zou je op de lange termijn 35% minder  borstkankerpatiënten hebben  .
  • Uit een Amerikaans onderzoek gehouden onder 1180 vrouwen bleek dat de kans op borstkanker met 77% omlaag ging als ze genoeg vitamine D tot zich namen
  • Uit Fins onderzoek bleek dat kinderen 78% minder kans hadden om diabetes type 1 te ontwikkelen als zij      als baby genoeg  vitamine D kregen.  Ander onderzoek toont aan dat mensen met de hoogste vitamine-D waarden in      hun bloed maar liefst 40% minder kans hebben op het ontwikkelen van diabetes type 2.
  • Recent Europees onderzoek liet zien dat mensen met de hoogste concentratie vitamine D in hun bloed,  40% minder kans hebben op het krijgen van darmkanker.
  • In april dit jaar toonde een onderzoek uit Japan aan dat vitamine D suppletie de kans op influenza A (griep ) bij schoolgaande kinderen met maar liefst 40% kan      verkleinen.

Allemaal massaal aan de vitamine D zou je dus denken. Maar daar is niet iedereen het mee eens. Wetenschappers verschillen van mening over twee zaken: is de lage vitamine- D-status van de zieke mensen daadwerkelijk de oorzaak van hun ziekte of gewoon een toevallige bijkomstigheid? En op de tweede plaats: moeten we op grond van wat we nu meten, concluderen dat de vitamine D-bloedwaarden die wij nu nog als normaal bestempelen, te laag zijn?

De aan de Boston University Medical Center verbonden professor  Michael Hollick en professor Walter Willet van de Harvard School of Public Health – beiden vooraanstaande vitamine D onderzoekers -, behoren tot de groep wetenschappers die de bewijzen hard genoeg vinden om te concluderen dat we inderdaad massaal aan de vitamine D moeten. Wil je de bloedwaarde die zij aanraden halen, dan zou je  als volwassene 50 microgram en als kind 25 microgram vitamine D per dag binnen moeten krijgen – respectievelijk 10 maal en vijf maal de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid in Nederland.

De Nederlandse Gezondheidsraad behoort tot de groep die vindt dat er nog niet genoeg bewijs is om zulke harde conclusies te trekken. Zij erkennen officieel alleen het belang van vitamine D ter voorkoming van Rachitis – ook wel Engelse ziekte genoemd – en ter verkleining van de kans op botbreuken bij oudere mensen. Hiervoor zijn veel lagere doses voldoende.

Toch is er wel sprake van een trendbreuk in Nederland. Eind augustus publiceerde  het Koningin Welhelmina Fonds een rapport waarin het  in tegenstelling tot voorheen, mensen aanraadt om tussen 12 en 3 uur ‘s middags juist wél even de zon op te zoeken – niet te lang en alleen armen en benen en gezicht, maar toch. Dit omdat ‘zonlicht positief gerelateerd is aan een lagere kans op borstkanker, dikkedarm- en prostaatkanker. Dit kan komen doordat vitamine D via zonlicht in de huid wordt aangemaakt’, aldus het KWF. Verderop in het persbericht schrijven zij dat het nog onbekend is welk vitamine D-peil minimaal nodig is voor een gunstig effect op het kankerrisico’.

Ook professor Arie Nieuwenhuijzen Kruseman, voorzitter van het Koninklijk Nederlands Medisch Genootschap en hoogleraar interne geneeskunde aan de Universiteit van Maastricht, pleitte onlangs op een groot Europees congres – ‘Call for action’ – voor meer aandacht voor vitamine D. Dit omdat ‘de aanwijzingen steeds duidelijker zijn dat vitamine D bij een groot aantal ziekten beschermend werkt’. Hij vindt de huidige minimale vitamine-D bloedwaarden die de Gezondheidraad officieel propageert  – 50 nmol per liter -aan de conservatieve kant. Dat zou volgens hem best opgeschroefd mogen worden naar minimaal 75 nmol per liter.

Het gekke is dat lange tijd heel erg gewaarschuwd werd voor de risico’s van vitamine D. Van te veel zou je namelijk allerlei vreselijke vergiftigingsverschijnselen krijgen. Multivitaminepillen mogen om die reden slechts 5 microgram vitamine D bevatten. ‘Onzin’, vindt Kruseman.  Voordat vitamine D giftig wordt moet je volgens hem  echt veel en veel meer slikken dan de 50 microgram die wij in Nederland als bovengrens hanteren. Daar kom je echt niet zo snel aan.

Het omgekeerde is eerder waar: onderzoek toonde aan dat 70% van de Amerikaanse kinderen te weinig vitamine D in zijn bloed heeft. En uit een recent onderzoek in Amersfoort onder 300 dikke kinderen, bleek hetzelfde – zelfs als de conservatieve minimumwaarde van 50 nmol per liter werd gehanteerd. Dat het hier om dikke kinderen gaat kan een enigszins vertekend beeld geven – zij hebben eerder een vitamine D tekort dan dunne kinderen – maar volgens professor Kruseman mag je op grond van deze cijfers er gerust van uitgaan dat 50% van de kinderen in Nederland een tekort aan vitamine D heeft.

Dat is een zorgelijk gegeven en niet alleen omdat kinderen daardoor minder sterke botten krijgen. Volgens Kruseman kun je stellen dat áls de sterke verbanden tussen vitamine D en bepaalde vormen kanker daadwerkelijk oorzakelijke verbanden blijken te zijn, een tekort aan vitamine D bij kinderen uiteindelijk hun kans op het krijgen van deze vormen kanker op latere leeftijd vergroot . ‘Men vergeet vaak dat het ontstaan van kanker een proces van zeer vele jaren is. Wil je dat proces proberen tegen te gaan dan zul je al op jonge leeftijd moeten beginnen.’

Om te zorgen voor meer vitamine D in het bloed van onze kinderen zouden we ze op de eerste plaatst wat vaker  achter de TV of de computer moeten wegsleuren; hup de zon in.  Daarnaast is het verstandig om regelmatig vette vis te eten: haring, zalm, paling. En smeer boter op hun brood. Margarine kan ook – daar is vitamine D aan toegevoegd. In de wintermaanden wordt het lastig om genoeg binnen te krijgen omdat de zon op onze breedtegraad lang niet de vitamine D kan leveren die we nodig hebben. Je kunt dan overwegen je kinderen vitamine pilletjes of druppels te geven. De gezondheidraad vindt dat voor kinderen boven de vier jaar vooralsnog niet nodig. Maar als de enthousiaste berichten over vitamine D zich in dit tempo doorzetten zouden we onszelf nog weleens voor de kop kunnen slaan dat we niet eerder tot actie zijn overgegaan. Overweeg eens een fles levertraan!

 

Meer lezen: www.sunlightresearchforum.eu

Deel dit artikel

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Ook interessant voor u